Vaccinatie bij honden
Honden vaccineren is een cruciale stap in het waarborgen van de gezondheid van onze trouwe viervoeter. Vaccinatie houdt in dat we onze hond een injectie geven die hem stimuleert om antilichamen aan te maken tegen een reeks besmettelijke ziekten. Dit wordt bereikt door het lichaam van de hond bloot te stellen aan geringe hoeveelheden van de ziekteverwekkers die deze ziekten veroorzaken. Dit proces triggert een immuunrespons, wat resulteert in het opbouwen van weerstand en uiteindelijke immuniteit tegen deze ziekteverwekkers bij volgend contact.
Wat is een vaccin en hoe werkt het?
Ziekten ontstaan wanneer ziekteverwekkers, zoals virussen en bacteriën, het lichaam infiltreren en schade aanrichten. Het immuunsysteem reageert door antilichamen te produceren die vechten tegen deze indringers. Als er genoeg weerstand is, worden de indringers vernietigd en herstelt het lichaam zich. Als de ziekteverwekker opnieuw het lichaam binnendringt, zijn er meestal nog voldoende antilichamen aanwezig om de indringer te elimineren voordat de ziekte zich kan manifesteren.
Vaccinatie bootst dit proces na, maar in plaats van een actieve ziekteverwekker te gebruiken, wordt een gemanipuleerde versie ervan gebruikt. Een vaccin bevat alleen dat deel van de ziekteverwekker dat de immuunrespons uitlokt. Het deel dat de ziekte veroorzaakt, is geëlimineerd. Wanneer een vaccin wordt toegediend, worden er antilichamen geproduceerd zonder dat de patiënt ziek wordt. Deze antilichamen blijven een tijdje in het lichaam aanwezig, waardoor de hond in die periode niet vatbaar is voor de ziekte die door de ziekteverwekker in het vaccin wordt veroorzaakt.
Meestal worden honden preventief gevaccineerd met een vaccincocktail. Deze cocktail is een mix van verschillende vaccins die beschermen tegen de meest voorkomende besmettelijke ziekten.
Waarom is vaccinatie belangrijk?
Het vaccineren van je hond is essentieel omdat je zo zeker weet dat hij geen ernstige besmettelijke ziekte zal oplopen. Afhankelijk van het soort vaccin, zal je hond immuun zijn voor specifieke ziekten.
Een extra voordeel van regelmatige vaccinatie is dat het voorkomt dat ziekteverwekkers (virussen en bacteriën) zich kunnen verspreiden. Bijvoorbeeld, sinds de ontwikkeling van het vaccin is het risico op ziekten zoals kattenziekte of hondenziekte aanzienlijk verminderd voor honden in België. Door te blijven vaccineren, kunnen we potentieel gevaarlijke ziekten op termijn uitroeien. Als we zouden stoppen met vaccineren, zou het aantal ziekteverwekkers snel toenemen, en daarmee ook het risico op besmettelijke ziekten.
Vaccinatieschema voor honden
In het eerste levensjaar wordt een pup gevaccineerd tegen de meest voorkomende besmettelijke hondenziekten, zoals parvovirose, rattenziekte, hondenziekte, kennelhoest en hepatitis. Dit gebeurt meestal als volgt:
De eerste vaccinatie vindt plaats rond de leeftijd van zes weken en beschermt je pup tegen hondenziekte, hepatitis en parvovirose.
Drie weken later, op negen weken, krijgt de pup een herhalingsvaccinatie. Deze tweede injectie bevat ook een vaccin tegen rattenziekte.
Op twaalf en zestien weken volgen nog twee herhalingsvaccinaties. Na deze reeks vaccinaties is je hond effectief beschermd tegen de meest voorkomende hondenziekten.
Het is belangrijk om de vaccinaties te herhalen omdat het immuunsysteem van jonge dieren nog niet volledig ontwikkeld is. De eerste vaccinatie biedt bescherming, maar niet voor lang. Na de reeks van vier injecties heeft je pup voldoende immuniteit voor zijn eerste levensjaar. Daarna moet de vaccinatiestatus van je hond, die inmiddels volwassen is, elk jaar opnieuw worden gecontroleerd. Indien nodig moet hij opnieuw worden gevaccineerd om de opgebouwde immuniteit te behouden.
Extra vaccinaties afhankelijk van risicofactoren
Afhankelijk van de blootstelling aan risicofactoren, kun je ervoor kiezen je hond te laten vaccineren tegen meer ziekten.
Bijvoorbeeld, als je hond naar de hondenschool gaat of verblijft in een dierenpension, wordt het aangeraden om hem te laten vaccineren tegen kennelhoest. Deze vaccinatie vindt voor het eerst plaats op de leeftijd van zes of negen weken.
Als je hond met je meegaat op reis naar het buitenland, is vaccinatie tegen hondsdolheid (rabiës) verplicht. Deze vaccinatie moet ten minste 21 dagen voor de reis worden gegeven en is drie jaar geldig.
Als je van plan bent te fokken met je hond, wordt een vaccinatie tegen herpesvirose aangeraden voor teven. Deze besmettelijke ziekte kan bij pasgeboren pups tot de leeftijd van één tot drie weken een zeer hoog sterftecijfer veroorzaken.
Het vaccinatieschema: essentieel voor continue bescherming
Niet alle vaccinaties bieden even lang bescherming. De meeste vaccinaties beschermen een volwassen hond niet langer dan een jaar, sommige bieden bescherming voor drie jaar. Daarom is het essentieel om een vaccinatieschema bij te houden. Met een goed schema is een hond effectief beschermd. Het is van cruciaal belang dat dit schema zorgvuldig wordt opgesteld en jaarlijks wordt geëvalue
Ook de leeftijd van de hond speelt een rol: oudere honden zijn over het algemeen minder weerbaar en moeten mogelijk vaker worden gevaccineerd.
Een vaccinatieschema op maat wordt opgesteld door de dierenarts en is gebaseerd op de algemene gezondheidstoestand en de leefomstandigheden van de hond. Bij twijfel kun je je dierenarts altijd om raad vragen.
In een volgende blogpost zal ik de nadelen van vaccinatie bespreken en hoe je daar als hondenbezitter het beste mee om kunt gaan.
Mijn advies is om je hond altijd te laten vaccineren, want het is een eenvoudige en effectieve manier om je huisdier te beschermen tegen ernstige ziekten. Ik kan het niet genoeg benadrukken: vaccineren is echt heel belangrijk!
Als je na het lezen van dit artikel nog vragen hebt, aarzel dan niet om contact met me op te nemen.
Leave a reply