Teken bij katten

Inleiding

Teken zijn kleine spinachtige parasieten die zich vastbijten in de huid van hun gastheer en zich volzuigen met bloed. Ze zijn vaak niet groter dan een paar millimeter, maar kunnen opzwellen tot wel een centimeter zodra ze zich volgezogen hebben. Katten die regelmatig buiten komen, lopen het risico om teken op te lopen. Bovendien kunnen deze kleine beestjes een grote invloed hebben op de gezondheid van je kat. Het is daarom belangrijk om te weten hoe je teken herkent, verwijdert en voorkomt bij je kat. In dit artikel lees je wat teken precies zijn, welke gevaren ze vormen voor katten, hoe je een teek veilig kunt verwijderen met een tekentang en hoe je je kat kunt beschermen tegen tekenbeten.

Wat zijn teken?

Teken behoren tot de orde van de mijten en zijn nauwer verwant aan spinnen dan aan insecten. Ze hebben acht poten en doorlopen verschillende levensstadia (larve, nimf, volwassen teek). Elke teek moet bij ieder stadium bloed zuigen om verder te kunnen ontwikkelen. Teken leven van het bloed van verschillende gastheren, zoals wilde dieren, vogels, maar ook huisdieren en mensen. Daarnaast zijn teken echte opportunisten: ze wachten geduldig in hoog gras of struiken tot een geschikte gastheer voorbij komt om zich aan vast te klampen. Bovendien komen in onze regio vooral de schapenteek (Ixodes ricinus) en de egelteek (Ixodes hexagonus) voor op katten. Deze soorten kunnen zich aan katten vastbijten, maar gelukkig is slechts een klein percentage (ongeveer 1–2%) van deze teken besmet met gevaarlijke ziekteverwekkers.

Leefgebied en activiteit van teken

Teken komen wereldwijd voor en ook in België en Nederland zijn ze wijdverbreid. Meestal bevinden teken zich in vochtige, begroeide omgevingen zoals bossen, struikgewas, heide en graslanden. Ze kruipen op planten en bladeren en laten zich vallen of klampen zich vast zodra een dier of mens langsloopt. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, is er niet één afgebakend “tekenseizoen”. Door de opwarming van het klimaat en mildere winters kunnen teken vrijwel het hele jaar actief zijn. Over het algemeen worden ze actief bij buitentemperaturen boven ongeveer 7–8°C. Dat betekent dat je zelfs in de winter op warme dagen alert moet blijven. Bovendien zien we dat het aantal teken de laatste jaren toeneemt, mede door klimaatsverandering en het meer reizen van mens en dier. Teken kunnen zich hierdoor op nieuwe plaatsen vestigen en langer overleven. Katten die vaak in de tuin, parken of het bos komen, lopen de grootste kans op tekenbeten. Een kat die binnenshuis leeft, heeft veel minder risico, maar een teek kan soms toch mee naar binnen komen via andere huisdieren of mensen.

Gevolgen van een tekenbeet bij de kat

Lokale reacties op de beet

Een teek bijt zich vast in de huid van de kat met zijn monddelen en begint bloed te zuigen. Dit veroorzaakt vaak een lokale huidreactie. Vaak ontstaat er een klein rood bultje of een lichte zwelling op de plek van de beet. De beet zelf is meestal niet pijnlijk voor de kat, maar kan wel jeuk of irritatie geven. In sommige gevallen kan de huid ontstoken raken of zelfs een abces vormen op de beetplaats, zeker als een deel van de teek is achtergebleven of als er bacteriën in de wond komen. Het is daarom belangrijk om de huid na het verwijderen van een teek in de gaten te houden. Ontstaat er roodheid, zwelling of pus, dan is het verstandig om de plek te ontsmetten en zo nodig een dierenarts te raadplegen. Verder kan een zeer grote hoeveelheid teken (bijvoorbeeld bij verwaarloosde zwerfkatten) in theorie bloedarmoede veroorzaken, maar bij huiskatten komt een extreme infestatie zelden voor.

Overdraagbare ziektes door teken

Teken kunnen naast lokale irritatie ook ernstige infectieziekten overdragen op katten. Terwijl de teek bloed zuigt, kan hij ziekteverwekkers via zijn speeksel doorgeven. Daarom is een tekenbeet potentieel gevaarlijk, zelfs als de beet zelf klein lijkt. Hieronder bespreken we de belangrijkste door teken overdraagbare ziektes bij katten. Gelukkig zijn katten minder gevoelig voor veel tekenziekten dan honden of mensen: vaak worden katten niet of slechts mild ziek na een infectie. Toch is alertheid geboden, want sommige ziekten kunnen ook voor katten ernstige gevolgen hebben.

Ziekte van Lyme (borreliose)

De ziekte van Lyme wordt veroorzaakt door de bacterie Borrelia burgdorferi en wordt overgebracht door teken (vooral de Ixodes-teken). In tegenstelling tot mensen en honden blijken katten redelijk resistent tegen Lyme: ze worden niet vaak klinisch ziek na een infectie. Veel katten waarop antistoffen tegen Borrelia zijn gevonden, vertoonden geen duidelijke symptomen. Toch kan Lyme bij sommige katten wel degelijk problemen veroorzaken. Symptomen kunnen vaag zijn, zoals lusteloosheid, verminderde eetlust en koorts. In zeldzame gevallen kunnen ernstigere verschijnselen optreden, zoals kreupelheid, neurologische problemen of hartproblemen. De diagnose Lyme wordt gesteld via bloedonderzoek op antistoffen. Behandeling bestaat uit een lange antibioticakuur (meestal doxycycline) van enkele weken. Bij tijdige behandeling is de prognose goed en zullen de meeste katten volledig herstellen. Er bestaat geen vaccin tegen Lyme voor katten, dus preventie is cruciaal. Let op dat katten zelf ook teken mee naar huis kunnen nemen die voor mensen gevaarlijk zijn. Controleer je kat daarom altijd, ook ter bescherming van jezelf en je gezin.

Anaplasmose

Anaplasmose wordt veroorzaakt door de bacterie Anaplasma phagocytophilum, die net als Lyme wordt overgedragen door Ixodes-teken. Net als bij Lyme blijken veel katten een infectie met Anaplasma goed te doorstaan zonder ziek te worden. In Nederland en België komt anaplasmose bij katten gelukkig weinig voor. Als een kat wel symptomen krijgt, lijken deze op de verschijnselen bij honden: koorts, sloomheid, weinig eten en gewrichtsklachten (stijfheid of mank lopen). Soms worden bleke slijmvliezen gezien (door lichte bloedarmoede) of gewichtsverlies. De diagnose gebeurt via bloedonderzoek (antilichamen of PCR-test). De behandeling is vergelijkbaar met die van Lyme: een antibioticumkuur zoals doxycycline gedurende enkele weken leidt meestal tot volledig herstel. Anaplasmose bij de kat is zeldzaam en de meeste katten zullen er niet ernstig ziek van worden.

Ehrlichiose

Ehrlichiose is een ziekte veroorzaakt door Ehrlichia-bacteriën. Deze ziekte komt wereldwijd vooral bij honden voor, maar kan in zeldzame gevallen ook katten treffen. Echter, de teek die Ehrlichia canis overdraagt (de bruine hondenteek Rhipicephalus sanguineus of in sommige gebieden Dermacentor) wordt in de Lage Landen nauwelijks aangetroffen. Besmetting bij katten is hier dus uiterst zeldzaam. Mocht een kat toch Ehrlichia oplopen (bijvoorbeeld na verblijf in gebieden waar het voorkomt), dan zijn de symptomen koorts, lusteloosheid, niet eten, ademhalingsproblemen en gezwollen lymfeklieren. In ernstige gevallen kunnen bloedingen of een tekort aan bloedplaatjes optreden. De diagnose wordt gesteld via bloedtesten. De behandeling bestaat uit langdurige antibiotica. Gelukkig is de kans dat je kat Ehrlichiose krijgt in België of Nederland zeer klein.

Babesiose

Babesiose bij katten wordt veroorzaakt door Babesia-parasieten (protozoën) die rode bloedcellen vernietigen. Bij honden komt babesiose (bijvoorbeeld door Babesia canis) in sommige Europese landen voor, maar bij katten in Nederland en omstreken zien we deze ziekte nagenoeg niet. Er zijn gevallen van Babesia-infecties bij katten beschreven in andere delen van de wereld (zoals Zuid-Europa, Afrika en Azië), maar de meeste geïnfecteerde katten vertonen weinig tot geen symptomen. Hooguit kunnen ze lusteloos zijn, niet willen eten, verzwakken of diarree krijgen. Babesiose kan in ernstige gevallen bloedarmoede en koorts veroorzaken. Omdat het in onze regio zeer zeldzaam is, hoeven de meeste katteneigenaars hier niet bang voor te zijn. Wie met zijn kat naar Zuid-Europa reist, kan best met de dierenarts overleggen over preventie tegen Babesia-dragende teken. Behandeling van babesiose is mogelijk met specifieke anti-protozoaire medicatie, maar wordt alleen ingezet bij aangetoonde infecties.

Tekenencefalitis (TBE)

Tekenencefalitis, vaak afgekort als TBE (Tick-Borne Encephalitis), is een virusinfectie die door teken wordt overgedragen en bij mensen ernstige neurologische aandoeningen kan veroorzaken. In sommige buurlanden (Duitsland, Oostenrijk, Oost-Europa) is TBE een bekend risico. Opvallend genoeg lijken katten volgens de huidige inzichten niet of nauwelijks ziek te worden van TBE. Katten kunnen dus wel besmet raken met het virus via een tekenbeet, maar vertonen doorgaans geen symptomen en lijken immuun voor het ontwikkelen van de encefalitis zelf. Er is geen vaccin voor katten tegen TBE, maar aangezien katten er niet ziek van worden, is dit geen groot punt van zorg. Let wel: een teek die TBE bij zich draagt, kan via de kat in huis terechtkomen en vervolgens een mens bijten. Om die reden is het toch belangrijk om je kat te beschermen tegen teken, zeker als je in risicogebieden reist. Voor mensen bestaat er in sommige landen wel een TBE-vaccin; voor katten is preventie gericht op tekenbestrijding de enige optie.

Controleer je kat op teken

Omdat tekenbeten vaak onopgemerkt blijven, is het essentieel om je kat regelmatig te controleren op de aanwezigheid van teken. Bij voorkeur doe je dit dagelijks, vooral in de warmere maanden of als je kat door hoog gras of bossen heeft gelopen. Teken nestelen zich graag op plekken waar de huid dun is en de vacht minder dicht: controleer daarom extra goed rond de kop, oren, nek, onder de kin, tussen de tenen, in de oksels en liezen, en onder de staart. Bij katten met een dikke of donkere vacht zijn teken moeilijker te zien. Daarom is het aan te raden niet alleen te kijken maar ook met je vingers te voelen. Streel je kat uitgebreid en voel of je kleine bobbeltjes op de huid opmerkt. Een teek die zich heeft vastgebeten voelt aan als een hard erwtje of klein bultje op de huid. Gebruik eventueel een fijne kam om door de vacht te gaan. Heb je een bultje gevoeld maar weet je niet zeker of het een teek is? Kijk dan goed of je pootjes of een schildje ziet. Soms wordt een onschuldige huidverdikking, tepel of korstje voor een teek aangezien, dus controleer het nauwkeurig. Door je kat consequent te inspecteren, kun je teken tijdig ontdekken én verwijderen voordat ze ziekten overdragen.

Een teek verwijderen bij de kat

Heb je een teek op je kat gevonden? Wacht dan niet tot de teek zich vanzelf volzuigt en laat vallen. Hoe langer de teek vastzit, hoe groter de kans dat hij ziekteverwekkers overdraagt. Idealiter verwijder je de teek binnen 24 uur nadat hij zich heeft vastgebeten, want dan is de kans op besmetting erg klein. Het verwijderen van een teek doe je bij voorkeur met een speciale tekentang of tekenpincet. Dit hulpmiddel is verkrijgbaar bij de apotheek, dierenarts of dierenspeciaalzaak. Een tekentang grijpt de teek stevig bij de kop zonder het lichaam te kneuzen.

Stapsgewijs een teek verwijderen

  1. Stel je kat gerust: Houd de kat indien mogelijk kalm of laat iemand helpen de kat vast te houden. Een ontspannen kat zal minder bewegen, waardoor de verwijdering vlotter gaat.
  2. Positioneer de tekentang: Spreid voorzichtig de vacht rond de teek zodat je zicht hebt op de beet. Plaats de bek van de tekentang of pincet zo dicht mogelijk op de huid, rond de kop van de teek. Zorg dat je de kop vastpakt en niet het achterlijf van de teek, om te voorkomen dat je de teek fijnknijpt.
  3. Verwijder de teek: Trek de teek langzaam en recht uit de huid. Doe dit rustig en met gelijkmatige kracht. Niet draaien aan de teek als je een gewone pincet gebruikt, omdat daardoor de kop kan afbreken. (Sommige tekentangen of -haakjes werken wel met een draaiende beweging volgens de gebruiksaanwijzing – volg dus het advies van jouw verwijderaar.) Belangrijk is in elk geval dat de teek in zijn geheel uit de huid komt.
  4. Controleer de teek: Kijk na verwijdering of de teek volledig is verwijderd. Controleer of de kop (het kleine, donkere kopdeel) eraan zit. Als de teek nog leeft, kun je hem doden door hem in alcohol (>70%) te bewaren of hem fijn te knijpen met een tissue of met een hard voorwerp.
  5. Desinfecteer de wond: Maak het beetwondje schoon met 70% alcohol of jodium nadat de teek verwijderd is. Dit voorkomt infecties.
  6. Noteer de datum: Het is handig om de datum van de tekenbeet te noteren. Mocht je kat later toch ziekteverschijnselen krijgen, dan kun je de dierenarts vertellen wanneer de beet heeft plaatsgevonden.

Wat je niet moet doen

  • Gebruik nooit je vingers om een teek te verwijderen.
  • Wacht niet tot de teek vanzelf loslaat.
  • Gebruik geen alcohol, olie of andere huismiddeltjes vóór het verwijderen.
  • Verbrand de teek nooit op het dier.
  • Draai niet met een gewone pincet tenzij de tang dat voorschrijft.
  • Bij twijfel of een achtergebleven kopje: contacteer de dierenarts.

Diagnose en behandeling van tekenziekten

Maak altijd melding bij de dierenarts als je kat na een tekenbeet ziekteverschijnselen vertoont. De dierenarts zal in dat geval doorgaans bloedonderzoek doen om te testen op tekenoverdraagbare aandoeningen zoals Lyme of Anaplasma. Soms is een tweede bloedtest enkele weken na de eerste nodig, omdat antistoffen tijd nodig hebben om detecteerbaar te worden. Wordt een infectie vastgesteld, dan is de behandeling meestal goed mogelijk. Bacteriële infecties zoals Lyme, Anaplasma en Ehrlichia worden behandeld met een passende antibioticakuur van meestal 3 tot 4 weken. Veel katten reageren hier goed op en knappen volledig op, zeker als er vroegtijdig is ingegrepen. Bij ernstige symptomen kan de dierenarts daarnaast ondersteunende zorg geven, zoals ontstekingsremmers of infusen bij uitdroging. Tegen virusziekten zoals TBE bestaat geen specifieke behandeling, maar zoals vermeld worden katten hiervan gelukkig niet ziek. Ten slotte geldt: voorkomen is beter dan genezen. Wees er snel bij en controleer je kat goed, zodat je eventuele problemen vóór kunt zijn. Bij twijfel of verergerende klachten moet je altijd terug naar de dierenarts voor verder onderzoek.

Preventie van teken bij katten

Het voorkomen van tekenbeten is de beste aanpak om je kat te beschermen. Er zijn verschillende preventieve maatregelen en middelen beschikbaar:

  • Regelmatige controle: Zoals eerder genoemd, check je kat dagelijks op teken, vooral na buitenavonturen. Vroegtijdig verwijderen voorkomt de meeste problemen.
  • Tekenwerende middelen: Er bestaan diverse anti-tekenmiddelen voor katten, zoals spot-on pipetten, sprays en tabletten. Let bij de keuze op dat het product geschikt is voor katten! Gebruik nooit een middel voor honden op je kat, want bepaalde stoffen zoals permethrin zijn zeer giftig voor katten. Kies daarom enkel producten die specifiek voor katten bedoeld zijn. Overleg bij twijfel met de dierenarts welk middel het beste is voor jouw kat.
  • Antiteken-halsbanden: Er bestaan halsbanden voor katten die geleidelijk een tekenwerend middel afgeven gedurende maanden. Deze kunnen effectief zijn, maar er kleeft een belangrijk risico aan: de halsband kan ergens achter blijven haken en verstikkingsgevaar opleveren. Gebruik daarom alleen een speciale veiligheidshalsband die openspringt als er aan getrokken wordt.
  • Omgevingscontrole: Houd de tuin of het erf kort gemaaid en verwijder hoog gras en dichte struiken waar mogelijk, vooral in looproutes van de kat. Teken houden van vochtige, beschutte plekjes. Door de leefomgeving minder “tekenvriendelijk” te maken, verklein je de kans dat je kat teken oploopt.
  • Natuurlijke remedies (met voorzichtigheid): Sommige eigenaren proberen natuurlijke middeltjes zoals kokosolie of biergist. Deze kunnen mogelijk enig effect hebben, maar de werking is vaak beperkt. Etherische oliën worden soms aangeraden, maar zijn in veel gevallen giftig voor katten. Gebruik ze dus nooit zonder deskundig advies.

Conclusie

Teken bij katten zijn een veelvoorkomend probleem, vooral voor nieuwsgierige buitenkatten. Gelukkig worden de meeste katten niet ernstig ziek van een tekenbeet, maar je wilt geen enkel risico nemen als het om de gezondheid van je huisdier gaat. Door je kat dagelijks te controleren op teken en deze snel te verwijderen met een tekentang, voorkom je dat een teek de tijd krijgt om ziektes over te dragen. Bovendien is het verstandig om preventieve antitekenmiddelen te gebruiken die geschikt zijn voor katten, zodat teken minder kans krijgen zich vast te bijten. Onthoud dat sommige hondproducten gevaarlijk zijn voor katten – vraag dus altijd om advies als je twijfelt. Met goede zorg, regelmatige controles en de juiste preventie kun je jouw kat beschermen tegen teken en de narigheid die ze kunnen meebrengen. Heb je alsnog twijfels of vertoont je kat na een tekenbeet symptomen? Neem dan geen risico en raadpleeg direct een dierenarts. Voorkomen is beter dan genezen, en met de bovenstaande tips ben je goed op weg om tekenbeten bij jouw kat de baas te blijven.

Internationale wetenschappelijke referenties

Opzoek naar?

Leave a reply